BRANDWEER SLAAT GROOT ALARM

Arnold Schalks, Bühne de BovenLucht, Brandschat, CMI-brand, 28 februari 1996, Rotterdam, foto © ANP

(foto © ANP)

Rotterdam - Als gevolg van giftige dampen die zijn vrijgekomen bij een uitslaande brand in Rotterdam-West is rond het middaguur een aanzienlijk aantal slachtoffers gevallen. In het Academisch Ziekenhuis Dijkzigt waren rond een uur vanmiddag negen slachtoffers opgenomen.

Volgens een woordvoerder van het ziekenhuis lijden de slachtoffers aan lichte tot matige aandoeningen aan de bovenste luchtwegen. "De luchtwegen zijn geprikkeld en de slachtoffers hebben last van lichte benauwdheid," aldus de zegsman. "Hun toestand is licht tot matig. Er wordt uitgezocht wat zij precies hebben binnengekregen." Ook in het Franciscus Gasthuis werden enkele slachtoffers opgenomen.

De bevolking van Heijplaat, Pernis, Spijkenisse en Hoogvliet is rond het middaguur met sirenes en geluidswagens gewaarschuwd ramen en deuren dicht te houden omdat er grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen vrijkwamen bij de brand in een loods aan de Keilestraat. Het gaat om onder meer chloor, loodchromaat, zoutzuur en stikstofoxide, in totaal zo'n tachtig tot honderd ton chemische produkten. In de wijde omgeving is oranje-rose poeder naar beneden gekomen. Bij de GGD is een informatiecentrum ingericht. Het informatienummer raakte al spoedig overbelast. Vroeg in de middag is een 06-nummer in gebruik genomen. Ook in het stadhuis is een alarmstaf opgezet.

De brand in de loods brak vanmorgen tegen half twaalf uit. De brandweer sloeg groot alarm en Radio Rijnmond heeft in meerdere talen opgeroepen binnen te blijven en ramen en deuren te sluiten. In enkele wijken waren aanvankelijk overigens geen alarmsirenes te horen.

De brand is ontstaan in een loods van het distributie- en opslagbedrijf CMI Container Masters (Nederland) bv. Omliggende bedrijven zijn ontruimd. Opvarenden van schepen zijn door de politie geevacueerd. Het verkeer op de Nieuwe Maas is stilgelegd. Onmiddelijk na het uitbreken van de brand meldden omwonenden zich met klachten.

Vanuit de loods walmden enorme lichtrose wolken tientallen meters omhoog. De brandweer had grote moeite om met bluswagens en -boten het vuur onder controle te krijgen. De gevolgen waren als gevolg van de uit het noordoosten waaiende wind het eerst merkbaar in Heijplaat en vervolgens onder meer in Spijkenisse. De brandweer noemde het een geluk dat de wind uit noordoostelijke richting kwam en vrij stevig was. In Spijkenisse ontstond op straat lichte paniek nadat de sirenes waren afgegaan. Kort na het uitgaan van de scholen renden moeders met kinderen naar huis, doeken om de mond geslagen.

(uit: Rotterdams Dagblad, 28 febr. 1996)